Artsen zeer bezorgd over groei medische desinformatie
mei 23, 2024

Patiënten nemen regelmatig adviezen die zij online vinden over zonder te verifiëren of die wetenschappelijk onderbouwd zijn. Het gevolg: ze twijfelen aan de behandeladviezen van artsen of negeren die zelfs, wat kan leiden tot gezondheidsschade. Uit een enquête van de KNMG en de NOS blijkt dat zich bij maar liefst 85 procent van de bijna zevenhonderd ondervraagde artsen weleens patiënten melden met zulke medische desinformatie, hoofdzakelijk verspreid via sociale media, internet en de sociale omgeving.

54 procent van de artsen heeft daar zelfs wekelijks mee te maken. Het gaat daarbij met name over foutieve informatie over vaccinaties, medicatie, voedingssupplementen, allergieën en anticonceptie.

Een grote meerderheid van de ondervraagde artsen (87%) is bezorgd over de groei van de medische desinformatie. Bijna de helft merkt op dat dit bovendien heeft geleid tot een toename van de werkdruk, doordat mensen sneller naar de dokter stappen, omdat zij zich zorgen maken door informatie die zij online hebben gevonden en doordat het artsen tijd kost om betrouwbare informatie tegenover desinformatie te zetten.

80 procent van de artsen meent dat de verantwoordelijkheid om misleidende informatie te bestrijden bij de overheid ligt. Maar ze zien ook een belangrijke taak voor socialemediabedrijven en influencers, en voor zichzelf en beroepsverenigingen. Toch zegt 84 procent van hen ook desinformatie niet of niet meer zelf via onlinekanalen te bestrijden. Bang als ze zijn om bedreigd te worden of uit angst om zo polarisatie te bevorderen.

René Héman, voorzitter van de KNMG, zegt in een toelichting: ‘Mijn advies aan patiënten is altijd om informatie die online gevonden is, te verifiëren bij betrouwbare bronnen, zoals Thuisarts.nl en het TikTok-kanaal Artsen Vandaag.’ Hij vindt verder dat overheid, gezondheidsinstellingen, artsenorganisaties en onlineplatforms moeten samenwerken om wetenschappelijk onderbouwde informatie toegankelijk te maken voor iedereen.

 

Bron: Medisch contact – 20 mei